Rotterdam heeft de eerste drijvende en circulaire boerderij ter wereld. De Floating Farm in de Merwehaven opende in mei 2019 zijn deuren. De melk en zuivelproducten van de dertig koeien worden lokaal verkocht. “We zitten hier in het ‘water-afvoerputje’ van Europa. Een delta waar we uitstekend kunnen laten zien wat mogelijk is. Ook elders op de wereld”, zegt Peter van Wingerden, de initiatiefnemer van de Floating Farm.
Hoe is het idee voor de Floating Farm ontstaan?
“We willen voedsel produceren waar de mens woont. Daar waar de vraag ernaar is. Zo komen we af van onnodig transport, dat vervuiling en voedselverspilling met zich meebrengt en niet ten goede komt aan de kwaliteit. Om de tijd en afstanden te overwinnen worden veel additieven in eten gestopt zodat het langer houdbaar is. Als we voedselproductie dichtbij organiseren, wordt het zichtbaar. Dat maakt mensen er bewust van waar ons eten vandaan komt. En van het belang van de boer.”
Waarom is gekozen voor een drijvende boerderij?
“De meeste mensen wonen in de stad. Dan moet je daar ruimte vinden. Bijvoorbeeld op het water. Het mooie daarvan is dat het een universeel medium is: het is overal hetzelfde. Wat we hier doen, kunnen we eenvoudig kopiëren en schaalbaar maken elders op de wereld. Een ander voordeel is dat we geen last hebben van overstromingen als gevolg van de klimaatverandering. Een Floating Farm beweegt gewoon mee met de stijging van de waterspiegel.”
Kreeg je veel steun voor je plan?
“Nou nee. Eerder weerstand. En nog. Je kunt beter een McDonalds openen dan een gezonde boerderij op het water. Dat komt doordat dit niet gewoon innovatief is of met incrementele stappen voor verandering zorgt, maar totaal disruptief. Dat vereist moed van mensen om mee te willen doen, om ook out of the box te denken. Ik ben behoorlijk afhankelijk van regelgeving en vergunningen en dus van autoriteiten. Die zijn meestal gericht op systemen die in het verleden zijn bedacht en niet op systemen die we mogelijk in de toekomst willen hebben. Toetsen gebeurt aan de hand van het verleden; als er dan iemand komt met een idee dat nog nooit is gedaan, is toetsen heel erg lastig. Dan is het veilige antwoord al snel: het past niet. Het hele spel heeft een jaar of vier geduurd voordat in mei 2019 de koeien konden komen.”
Hoe heb je dat overwonnen?
“Veel liefde om je heen creëren. Dat houdt je op de been, om door te gaan. Om te blijven vertellen dat dit belangrijk is voor de wereld en voor toekomstige generaties. Daar heb je mensen om je heen voor nodig, die er ook in geloven en je helpen. We hebben gelukkig heel
veel vrijwilligers. Voedsel maken zo midden in de stad, dat trekt heel veel mensen aan die er onderdeel van willen zijn.
Maar we hebben met veel en strenge vergunningen te maken. Als een koe een wind laat, heb ik hier vier autoriteiten op de kade staan. Maar wat er allemaal in de haven wordt uitgestoten, dat mag maar. Omdat het al veertig jaar gebeurt. Pas stond in de krant dat Rotterdam de meest vervuilde stad van Nederland is. Als je daar echt iets aan wilt doen, moet je het rigoureus aanpakken.
Ik wil niet klagen, maar je moet veel doorzettingsvermogen hebben als je dingen wilt doen die nog nooit eerder gedaan zijn. Als je impact wilt maken.”
Jullie willen mensen bewust maken van hoe zuivel wordt gemaakt. Hoe doen jullie dat? “We werken transparant, laten alles zien. Mensen kunnen de Floating Farm bezoeken. Tot de corona-uitbraak kwamen hier veertig tot vijftig groepen per maand. Wekelijks spreken we minstens één journalist; dat is publicitair ook goed voor Rotterdam. We hebben in 2019 internationaal 500 miljoen mensen bereikt door aandacht van de media.”
Hoe bevalt het de koeien eigenlijk?
“Die hebben het prima naar hun zin. Dierenwelzijn staat voor ons op nummer 1. We hebben een boer in dienst, iemand die heel veel verstand en ervaring heeft met koeien. Ik denk dat wij ook een van de beste stallen van Nederland hebben. Alle elementen zijn toegepast die volgens Wageningen in een topstal horen. We hebben een rubberen vloer, rubberen bedden en ronde voerhekken van kunststof, zodat ze zich niet kunnen bezeren. Ze hebben altijd vers voer liggen. Bij de melkrobot kunnen de dieren gemolken worden op het moment dat zij het willen. Er is een veldje buiten, zodat de koeien zelf kunnen kiezen of ze binnen of buiten willen staan.”
Welke producten verkopen jullie?
“Melk, karnemelk, yoghurt en boter. Ook de mest waarderen we op naar organische meststoffen die in de stad worden gebruikt voor bomen, planten en parken. Dat is beter dan kunstmest.”
>> Download of lees hier het hele interview.
Zijn jullie daarmee circulair?
“Supercirculair. Want het voer voor de koeien komt uit de stad. We krijgen steeds meer aangeleverd. Gras uit het Feyenoordstadion en van Golfclub Broekpolder bijvoorbeeld, brood van Rotterdamse bakkers, bierbostel van lokale brouwerijen, groenteresten van The Greenery, zemelen van een molen uit Schiedam en ga zo maar door. Steeds meer bedrijven benaderen ons, die ook willen bijdragen aan circulaire voedselproductie in de stad.”
Kan de Floating Farm zichzelf bedruipen, klopt het businessmodel?
“Dat klopte tot corona opdook. We zijn hard geraakt door de pandemie. We krijgen geen internationale bezoekers meer en die bezoekersinkomsten vormden een substantieel
bedrag. Veel van onze klanten gingen dicht: de horeca, bedrijfscateraars en onze eigen winkel in de boerderij moest ook dicht. We hebben acuut een container op het land neergezet als noodwinkel. Inmiddels hebben we een wat grotere winkel, die zes dagen per week open is. We hebben een webshop gemaakt en zijn gaan bezorgen in de stad. Nu we de consumentenmarkt moeten aanboren, moeten we veel meer investeren. In de winkel, in het bezorgen en in de marketing. Meer kosten betekent dat ook de omzet omhoog moet. Daardoor duurt het een half jaar langer voor we verwachten break-even te zijn.”
Wat wil je de komende vijf jaar bereiken?
“Ik hoop dat we een flinke steen kunnen bijdragen aan de wereld door duurzame en gezonde lokale voedselproductie. En te laten zien dat dat kan. Dat het helpt bij de bewustmaking van mensen en bij het maken van circulaire keuzes door de politiek. Ik hoop ook dat we kunnen bijdragen aan het circulair en lokaal voeden van andere steden in de wereld. Steden die afhankelijk zijn van de import van voeding en van de klimaatverandering. Een land als Bangladesh stroomt doorlopend over en we sturen vliegtuigen met voedsel. Met Floating Farms kunnen we hen écht en blijvend helpen. Je kunt zwembandjes sturen, maar beter is het om mensen te leren zwemmen.”
Zijn er al initiatieven in het buitenland?
“Ja, onder meer China. Maar dat is allemaal stopgezet als gevolg van corona. We kunnen pas verder als we weer kunnen reizen. We hebben in 2018 en 2019 veel stedenbouwers, boeren, studenten ontvangen die in hun eigen stad voedselvoorziening willen opzetten. Wij helpen hen daarbij op weg. We zijn met vijf, zes steden in gesprek om een drijvende boerderij te bouwen en lokale mensen op te leiden en trainen. Na corona pakken we de draad weer op.”
>> Download of lees hier het hele interview.