Paddenstoelen gedijen heel goed op een substraat van koffiedik. Rotterzwam, begonnen in het vroegere zwemparadijs Tropicana, bewijst het inmiddels al zeven jaar. Het koffiedik wordt ingezameld in Rotterdam en omgeving en de grijze oesterzwammen die oprichters Siemen Cox en Mark Slegers kweken, verkopen ze aan lokale horecabedrijven.
Nederland produceert zo’n 120 miljoen kilo koffiedik per jaar, vertelt Siemen, die in Strijen woont. In Rotterdam alleen al is het 4 tot 5 miljoen kilo. Daarmee kun je vier tot vijf keer de Kuip vullen. Rotterzwam krijgt zijn koffiedik geleverd door bedrijven uit de regio. “Bedrijven die zich bewust zijn van hun impact op de omgeving en die weigeren hun koffiedik af te voeren naar de vuilverbranding.” Het gaat onder meer om Nationale Nederlanden, Holland Casino en De Groene Boog.
Per maand kan rotterzwam circa 6.000 tot 7.000 kilo koffiedik omzetten in 1.200 tot 1.500 kilo oesterzwammen. Die verkopen ze aan de lokale horeca. Niet alleen de pure zwammen, maar ook als bitterballen en kroketten waarin ze verwerkt worden. De sluiting van restaurants door corona betekende een dramatische terugval van de afzet.
Het roer om
Siemen voelde zich na vijftien jaar in de financiële dienstverlening te hebben gewerkt, niet meer thuis in die branche. “Dat was in 2012. Ik was er klaar mee. Toen heb ik mezelf de vraag gesteld: wat zou ik doen als geld geen belemmering is? Dat moest in elk geval iets met duurzaamheid zijn, maar dat is nogal een containerbegrip…”
“Ik heb er vervolgens een jaar voor uitgetrokken om veel te lezen en allerlei cursussen te volgen. Onder andere op het gebied van permacultuur. In het boek De Blauwe Economie beschrijft Gunter Pauli honderd businesscases van dingen die je kunt doen met afval. Paddenstoelen kweken met koffiedik was daar één van. Dat sprak me aan.”
Tropicana
Vervolgens was er wel onderzoek nodig. “Er was nauwelijks informatie beschikbaar. Pauli schreef wel dát je paddenstoelen kunt kweken op koffiedik, maar niet hoe. We waren niet de eersten, maar degenen die al waren gestart wilden hun kennis niet delen om zo de voorsprong te behouden.”
Uiteindelijk hakte Siemen de knoop door. Toen hij op een dag langs Tropicana reed, leek hem dat de ideale plek om rotterzwam te vestigen. “De zon scheen erop en ik realiseerde me: het is net een grote stadskas. Die leeg stond, midden in het centrum van Rotterdam. Ik heb de eigenaar gebeld met de mededeling dat ik een leuk idee had. Anderhalve week later kreeg ik een rondleiding en weer twee weken later de sleutel.”
Kort daarna leerde hij zijn in Rotterdam wonende compagnon kennen. Mark had, ook geïnspireerd door De Blauwe Economie, hetzelfde idee. Ze bundelden al snel hun krachten.
Open source
In tegenstelling tot andere kwekers besloten Siemen en Mark om hun kennis wél te delen. “We hebben gekozen voor een open source manier van werken. Sommige kennis delen wel gratis, andere tegen betaling.”
De grootste uitdaging was het uitvinden van het ideale recept voor het substraat. “Met alleen koffiedik groeien de paddenstoelen niet. Je moet nog andere dingen toevoegen. Daarnaast moesten we een betaalbaar klimatiseringssysteem uitdenken. Als je daarin gespecialiseerde installatiebedrijven belt, vragen ze hoeveel hectare je wilt neerzetten. Wij begonnen met maar 5 vierkante meter. We hebben in de beginfase zelf toepassingen gecreëerd op basis van bestaande elementen en technieken. We vielen overal tussen; we waren: te groot voor hobbyist en te klein voor traditionele, grote paddenstoelenkwekers.”
Politie-inval
“Vanaf het begin kregen we best veel aandacht, ook doordat we in dat gekke pand zaten. Helemaal toen de politie in het begin een inval deed, omdat ze dachten dat we een paddokwekerij hadden. De blog die we daarover op internet zetten, leidde tot een artikel op de voorpagina van het AD. Sindsdien heeft de telefoon nooit meer stilgestaan.”
“Mensen vinden het een sympathiek idee, zoals dat dan heet. Dat we het systeem willen veranderen en lokaal reststromen omzetten in voedsel. We hebben altijd aanloop van mensen: ook die als vrijwilliger willen meehelpen.”
>> Download of lees hier het hele interview.
Aanrechtagrariër
In de zomer van 2013 was de eerste oogst. Daarna is rotterzwam snel gegroeid. Naast de oprichters werken er vijf mensen in loondienst. “Het duurde ongeveer een jaar voordat we op enige schaal padenstoelen konden kweken. Om vanaf het begin voor een positieve cashflow te zorgen, zijn we workshops gaan organiseren. Die geven we nu nog steeds, één keer per maand. Daarnaast ook teamuitjes. Bowlen en steengrillen is leuk, maar je kunt ook samen met collega’s minikweekzakjes maken waar drie weken later thuis paddenstoelen uitkomen.”
“We doen meerdere activiteiten; van alleen de verkoop van paddenstoelen kun je geen winstgevend bedrijf maken. De enige knop waaraan je dan kunt draaien, is schaal en dat is niet wat wij willen. Schaal is wel belangrijk voor de impact, maar niet als enige optie.”
Liever inspireren Siemen en Mark veel mensen. Bijvoorbeeld met de succesvolle rotterzwam growkit. “Daarmee kunnen mensen aanrechtagrariër worden: thuis hun eigen koffiedik omzetten naar paddenstoelen.”
In Tropicana richtten ze samen met andere daar gevestigde ondernemers BlueCity op, om er een broedplaats van te maken voor innovatieve en duurzame bedrijven die samenwerken en bijvoorbeeld hun reststromen aan elkaar koppelen.
Droom
“Onze droom is dat in elke Nederlandse stad een lokale verwerker van koffiedik komt. Er is enorm veel koffiedik. Genoeg voor een nieuwe bedrijfstak die dat hoogwaardig verwerkt. Traditioneel draait het uit op verbranding of vergisting. De waarde is veel groter als je er voedsel op kunt kweken voor menselijke consumptie.”
“Daarom leiden we anderen op in ons Mushroom Master Program. We hebben al meer dan veertig mensen opgeleid, ook uit Chili en Turkije, die in hun eigen stad een lokale kwekerij willen beginnen. Daarom delen we onze kennis met hen. Vervolgens is het aan hen om een bedrijf te starten. Dat lukt niet iedereen; niet iedereen is ondernemer.”
Terug naar de bodem
Rotterzwam zoekt naar mogelijkheden om het koffiedik na gebruik voor de oesterzwammen ook weer nuttig toe te passen. Bijvoorbeeld in het project ‘Terug naar de bodem’ waarbij het uitgewerkt substraat op een proefveld van een akkerbouwer wordt aangebracht om te testen wat het effect is op de bodem en het leven daarin. “Daarmee willen we aantonen dat het te gebruiken is als organische meststof. Eind volgend jaar brengen we dat in bij de overheidscommissie die de afvalstatus van dat materiaal kan afhalen en op de lijst met toegestane meststoffen zetten. We willen het substraat in de toekomst zelf gaan composteren. Zo sluiten we de kringloop helemaal.”
“We hopen dat mensen gaan inzien dat afval een menselijk concept is. In de natuur bestaat afval niet. Daar is de output van het ene systeem de input van het andere systeem.”
>> Download of lees hier het hele interview.